Steun ons via trooper.be  

George

“Met het verhaal over George wil ik graag een verhaal van hoop geven. Tot op heden zijn er geen afwijkingen bij George te vinden, we gaan het traject met goede moed verder in. Wie ermee te maken krijgt, wens ik een hart onder de riem te steken. Hou de moed erin!”

logo oudervereniging Care4CMV

GEORGE – Een verhaal met hoop

Woensdagnamiddag 15.24 uur, telefoonoproep van mijn gynaecologe. Uit de suikertest, waar ook nog eens CMV en toxoplasmose extra getest werden, blijkt dat ik CMV had opgelopen de voorbije periode. De gynaecologe vroeg of ik onlangs verkouden was. Ik maakte een lijstje op in mijn hoofd. Ergens rond week 13 raakte ik maar niet door mijn verkoudheid, ergens rond week 17 kreeg ik corona, ergens rond week 20 vocht mijn lichaam tegen een winterdipje, ergens rond week 23 snotterde ik. Geen haar op mijn hoofd dat al eens dacht aan CMV. Met een peuter van anderhalf jaar oud en een job in het onderwijs is verkouden zijn een alledaags grapje. Maar aan de snelle actie van de gynaecologe merkte ik dat dit geen grapje was.

Enkele onduidelijke dokter Google-verslagen en wat slapeloze nachten nadien, konden mijn partner ik op consultatie bij een gespecialiseerde gynaecologe om een vruchtwaterpunctie uit te laten voeren. De dag voordien maakte mijn eigen gynaecologe tijd om alles uit te leggen, kort en bondig maar met enkele waarschuwende scenario’s. Er werd ons verteld dat 1 op 4 baby’s ook cCMV oplopen als hun mama besmet raakt. Veel kans dat de vruchtwaterpunctie dus positief, voor ons althans, uitdraait. Twee dagen na de punctie krijgen we telefoon dat onze baby toch ook CMV-positief testte. Geen paniek, de gynaecologe maakte onmiddellijk een afspraak met een professor voor een uitgebreide hersenscan. Na een echo, waarbij ik blij was dat mijn mondmasker ook mijn angstige ogen wegstak en mijn man muisstil en vol van de zenuwen toekeek op het scherm, bleken alle organen en hersenen correct te werken. Er waren geen afwijkende ‘spikkels’ te zien. Omdat de kans groot was dat ik de CMV-infectie pas opliep na 13 weken, maakte de prof zich eigenlijk een beetje boos op de gynaecologe. Ze zou de CVM-waarden in mijn bloed niet opnieuw moeten getest hebben tijdens de suikertest. Dit zou ouders onnodig ongerust kunnen maken.

Met de woorden “Ik zou mij voorlopig geen grote zorgen maken”, keerden mijn man en ik opgelucht terug naar huis.

Op 37 weken, na zwangerschapscholestase, werd ons zoontje ingeleid. Door mijn leverwaarden, die niets te maken hadden met CMV, moest hij geboren worden. Een dodelijke afloop wou mijn gynaecologe tijdens het paasweekend niet op haar geweten hebben. De baby werd onmiddellijk na de geboorte getest op CMV, daaruit leidden we af hoe sterk positief de infectie is.

De infectie is er, dat wisten we op voorhand. Na het lezen van brochures, en informatie bij vrienden en kennissen op te halen, kennen we ook het verloop van de dagen na de geboorte. Gelukkig, want om dit nieuws kort na de geboorte te krijgen, moet het moederhart overuren doen.  

Dag 1 na de bevalling kwam de lieve vroedvrouw melden dat George over 10 dagen in het UZ Gent verwacht werd. In de voormiddag kreeg George enkele testen op gehoor en zicht. Kort voor de middag namen de verpleegkundigen hem mee om de hersenen onder narcose te bekijken. Ons kleine ventje, even achterlaten voor de medische wereld. Wij vertoefden als ouders op een verdieping in het Kinderziekenhuis waar je met een eenvoudige CMV-infectie niet hoeft te jammeren. De kinderkankerpatiëntjes die we passeren, geven ons een realistische kijk op de wereld. Ons zoontje heeft cCMV, klopt. Er werden nog geen afwijkingen tijdens de echo’s gevonden, klopt. Het gehoor en het zicht bleken, tot nu toe, in orde, klopt. Het hele traject aan onderzoeken en slapeloze nachten is stresserend en vermoeiend, klopt. Een reeks aan testen bij het COS zullen nog volgen, klopt. Maar het is zo, en het zal niet veranderen, klopt ook.

Wij hebben alvast het juiste lotje gekregen als het over de CMV-besmetting gaat. Achteraf gezien kon ik deze reeks aan onderzoeken misschien vermeden hebben door de richtlijnen rond hygiëne strikter op te volgen. Handen beter wassen, minder zakdoeken van mijn dochter vasthouden, niet met hetzelfde bestek eten, kusjes vermijden, … maar wie denkt nu in tijden van mondmaskers aan de infectie wanneer je een 1,5-jarige peuter liefdevol wil opvoeden. Of ik liep de infectie helemaal ergens anders op. In mijn schoolomgeving misschien, wie weet?

Ik hoop dat het onderzoek hieromtrent verder ontwikkelt. Al is het om onnodige paniek te vermijden. Met het verhaal over George wil ik graag een verhaal van hoop geven. Tot op heden zijn er geen afwijkingen bij George te vinden, we gaan het traject met goede moed verder in. Wie ermee te maken krijgt, wens ik een hart onder de riem te steken. Hou de moed erin!

Lisa